Alice in Wiskunde Wonderland

Als ik de auteur 'Lewis Carroll' combineer met de voornaam 'Alice', dan hoor ik de herkenningsbelletjes massaal weerklinken. Maar wist je dat Carroll naast een fantasierijk schrijver ook een wiskundige was. Nee? Ik ook niet, maar Carlo Frabetti was het niet ontgaan. De Italiaan blijkt het trouwens ook allebei te zijn. Bovendien slaagt Frabetti erin om zijn beide passies te mengen en daarbij ook handig gebruik te maken van 'een Alice' en 'een Wonderland'. Zijn 11-jarige Alice zit zuchtend en puffend, met een immense hekel aan 'die saaie wiskunde' op een bankje. Plots duikt uit de struiken Charles Dodgson op, beter bekend onder zijn schrijversnaam 'Lewis Carroll'. Ook deze eigenwijze Alice belandt in een vreemde alternatieve wereld, bewoond door de Hartenkoningin, de konijnen van Fibonacci, de mathemagiër, kaart Nul en de Gekke Hoedenmaker. Samen met deze wonderbaarlijke figuren onthult Charles heel wat rekenfeiten en -mysteries. Wiskunde blijkt dan toch geen saaie bedoening te zijn, zeker niet voor een gevatte jongedame als Alice.

Een zalig boek om thuis te hebben en naar te grijpen als nieuwe leerstof met weinig enthousiasme ontvangen wordt door je kroost! Kon alle wiskunde maar in een verhaal gegoten worden! Niet alle hoofdstukken zijn voor een 8-jarige al te vatten, maar de uitleg van Frabetti is helder en dankzij de illustraties van Wendy Panders vlot te volgen. En het boek blijkt broodnodig te zijn want volgens Charles (of Frabetti) moet een goede wiskundeleraar intelligent zijn, gevoel voor humor hebben en met plezier voor de klas staan, en jammer genoeg zijn dat drie eigenschappen die zelden voorkomen en al zeker niet tegelijkertijd. (p. 55-56). 

Ter info: Na haar bezoek aan 'Wiskunde Wonderland' stortte Alice zich intussen ook al in wetenschapswonderland.