AVI-niveaus
Om je kind te helpen met het kiezen van een 'geschikt' boek is het - zeker bij beginnende lezers - heel belangrijk om het AVI-leesniveau te kennen.
Het AVI-wat?
Nog niet vertrouwd met de AVI-terminologie? Geen probleem!
Hieronder krijg je een antwoord op heel wat AVI-vragen en bezorgdheden.
Heb je nog extra hulp of uitleg nodig? Stuur me dan gerust een berichtje via het contactformulier.
Waarvoor staat het AVI-leesniveau van mijn kind?
Het ‘technisch’ leesniveau van je kind wordt aangeduid met een AVI-niveau. Het is een graadmeter om aan te geven hoe correct en vlot je spruit een tekst kan lezen. Met andere woorden: Kan je kind de gedrukte letters omzetten naar de overeenkomstige klanken en kan je kind dat zonder de woorden nog te hakken en te plakken?
In 2008 werden de oude AVI-niveaus (getallen van 1 tot 9+) vervangen door een code bestaande uit een letter M (midden) of E (einde) en een cijfer, bijvoorbeeld M5 of E7. Door de toevoeging van een 'Start' en een 'Plus' niveau zijn er sindsdien in totaal 12 leesniveaus te onderscheiden.
Het leesniveau van je kind zal doorheen de basisschool stijgen. Bij veel kinderen neemt het AVI-niveau heel geleidelijk aan toe. Andere kinderen slaan tussen de testmomenten een aantal niveaus over en tonen een grote vooruitgang.
Waarom is ‘technisch’ lezen zo belangrijk?
‘Technisch’ lezen is dé onmisbare voorwaarde om ook ‘begrijpend’ te kunnen lezen. Enkel als je vlot en bijna foutloos een tekst kan lezen, kan je die ook 'begrijpen'. Technisch en begrijpend lezen zijn niet alleen belangrijk tijdens de taallessen, het zijn vaardigheden die ook noodzakelijk zijn in alle andere schoolvakken. Denk maar aan de vraagstukken of de opgaves in de rekenlessen. Ook in de lessen wereldoriëntatie zal de lesinhoud tijdens de schoolcarrière steeds moeilijker worden. Goede samenvattingen maken kan enkel als het lezen op een passend niveau ontwikkeld werd.
Hoe wordt het AVI-niveau bepaald?
Twee keer per jaar zal de klasleerkracht of een zorgleerkracht een leestest van je kind afnemen. Dat gebeurt op vastgestelde momenten: de eerste keer tussen midden januari en midden februari, de tweede keer tussen midden mei en eind juni.
Je kind krijgt een ongeziene tekst voorgelegd en leest die zonder voorbereiding luidop voor. De begeleidende leerkracht neemt de tijd op en duidt ook de fouten aan die de leerling leest.
De combinatie van het leestempo en de foutenanalyse bepalen of een kind het geteste niveau bereikt heeft. Is dat het geval, dan kan er doorgetest worden en krijgt de leerling nog een tekst van een hoger leesniveau.
Kinderen beseffen natuurlijk dat ze 'getest' worden en dat brengt uiteraard een zekere vorm van stress met zich mee. De begeleidende leerkracht doet er dan ook alles aan om het testmoment zo rustig mogelijk te laten verlopen.
Welk AVI-niveau moet mijn kind behalen?
Eerst en vooral is het belangrijk om te weten dat het AVI-niveau de leesontwikkeling van een individueel kind aangeeft. Er is op zich geen rechtstreekse koppeling tussen het AVI-niveau en de leeftijd van je kind. Niet alle leerlingen krijgen het lezen even snel onder de knie en daar is helemaal niets mis mee! Elk kind ontwikkelt zich op zijn eigen tempo en dat is maar goed ook.
Het is wel uiterst belangrijk om een stijging op te merken in het leesniveau van je kind. Hoe traag die ook verloopt.
Natuurlijk worden de teksten tijdens de lessen (taal, wiskunde, WO,...) steeds langer en moeilijker en zal een kind met bijvoorbeeld AVI E3 of M4 het bijzonder moeilijk krijgen om de lessen in het vierde leerjaar nog te kunnen volgen.
Wat is het gemiddelde AVI-niveau van een bepaald leerjaar?
Op basis van leestesten bij grote groepen lezers kon er een ‘gemiddelde leesontwikkeling’ vastgesteld worden. In 2008 kregen de AVI’s een nieuwe indeling en hierdoor werd de koppeling naar de leerjaren wat explicieter gemaakt. Belangrijk om te weten is dat de leerjaren in Nederland een andere benaming kennen dan in Vlaanderen. Het Vlaamse ‘1ste leerjaar’ komt overeen met het Nederlandse ‘groep 3’, het ‘tweede leerjaar’ met ‘groep 4’, enzoverder tot het ‘6de leerjaar’ dat overeenkomt met ‘groep 8’.
De AVI-niveaus sluiten aan bij de groepsindeling van onze noorderburen. In het midden van groep 3 (1ste leerjaar) behalen de leerlingen gemiddeld AVI-M3, tegen het einde van het eerste jaar leesonderwijs stijgen de leerlingen door naar AVI-E3.
Welk AVI-niveau moet het boek hebben dat mijn kind leest?
Als je kind een bepaald AVI-niveau heeft behaald dan kan hij of zij boeken met dat niveau dus vlot en bijna foutloos lezen zonder extra ondersteuning. En dat betekent dus een fijne leeservaring!
Toch is het belangrijk om de leesgroei van je kind verder te ontwikkelen. Dat doe je door een boek te kiezen dat 1 AVI niveau hoger ligt dan het huidige leesniveau. Stel dat je kind M4 behaalde, laat het dan een boek uitkiezen op niveau E4.
Kies je een boek uit dat een veel hoger niveau heeft, bijvoorbeeld E7, dan zal je kind worstelen met de lange woorden en de zinsopbouw. Lezen vergt dan zoveel moeite dat het leesplezier verloren gaat en er enkel frustratie overblijft.